Leidens
ontzet 4 oktober
‘Ik lust geen vis en
bovenal geen haring
O gadverdamme, vis; ik vind
het vies!
Dat stinken na een korte
tijd bewaring!
Dat blote, door ontbreken
van beharing!
Ik doe hier een publieke
openbaring
Al leidt het ook tot zwaar
gezichtsverlies
De haring is dus niet wat
ik verkies
Geef mij maar een
muziekstuk of een paring
Ik lust geen vis en bovenal geen
haring
Als burgervader zeg ik het
concies:
Ik open dingen, ga naar een
verjaring
En heb niets tegen feest of
braderies
Maar dit is een te zware
taakverzwaring
Ik stuur als
plaatsvervanger een commies:
Ik lust geen vis en bovenal
geen haring!’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten