Lintjes
mariniers
Moet een
marinier die mij bijna heeft doodgeschoten een lintje krijgen? Ik lag al op de
grond voordat ik besefte dat de door Molukkers gekaapte trein in De Punt massaal
beschoten werd in de vroege ochtend van 11 juni 1977. Kort daarna hoorde ik
iemand in het voorste halletje roepen: “Hier zijn ze allemaal kapot”.
Constateerde hij dat of had deze marinier er zelf aan meegeholpen. Na twintig
jaar is bekend geworden dat tenminste één van de mariniers een kaper heeft
beschoten terwijl ze al duidelijk gewond was en zich niet meer kon verzetten.
In een oorlogssituatie zou men dat een oorlogsmisdaad noemen. De aanval op de
trein in De Punt was trouwens in de Nederlandse geschiedenis de eerste militaire
actie tegen eigen burgers.
Ook na
twintig jaar heb ik vernomen dat de mariniers nog een Molukker misten en komt
het volgende voorval in een heel ander daglicht te staan. Een marinier kwam
schichtig turend door het treinstel aangelopen over de leuningen en nam mij
onder schot. Mijn mede passagiers schreeuwden: “Dat is geen Molukker”. Hij had
mij kennelijk met mijn grote bos krullend haar voor een Molukker aangezien.
Bij de aanval
zijn 6 Molukkers en 2 Nederlanders om het leven gekomen. Allemaal door toedoen
van de militairen. Moeten juist deze militairen van de minister van defensie
Hans Hillen een lintje krijgen, terwijl de politieman die ons dagelijks het
eten kwam brengen nooit een lintje heeft gehad. Of wil de minister (CDA) zijn
partijgenoot Van Agt en toenmalig minister van Justitie achteraf verantwoordelijk
maken voor het excessieve gedrag van de militairen tijdens de aanval.
Mariniers
wees eindelijk eens moedig en weiger dit lintje! En doe dan meteen een appèl op
de regering de mensenrechtenschendingen in Indonesië aan te klagen.
Groningen, 8
juni 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten