Israël aanbad één God in de woestijn en in Salomo's tempel
Altijd maar weer dezelfde God vereren!
En zo'n woestijntocht is tóch al zo saai
We mogen enkel maar met Hem verkeren
Want anders zal Hij ons met vuur verteren
En dat verruïneert beslist je kleren
Zo'n roetbeslagen jurk, dat staat niet fraai
Deut. 5:7-10: 'Vereer naast mij geen andere goden.
Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier
boven is of iets van beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel
voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet want ik, de HEER, uw God, duld
geen andere goden naast mij.'
Israël aanbad meerdere goden
Wat fijn om zoveel goden te vereren
Het maakt zo'n wandeling toch minder saai
Je kunt steeds met de juiste god verkeren
En zo je geld meer doelgericht verteren
Die priesters hebben hele mooie kleren
En ook die koperslang is heel erg fraai
Lev. 16:7-11: 'De beide bokken moet hij naar de ingang
van de ontmoetingstent brengen, en daar( ), moet hij door loting vaststellen
welke bok bestemd is voor de HEER, en welke voor Azazel. ( )de bok die door het
lot bestemd is voor Azazel moet levend voor de HEER blijven staan ( )en daarna de woestijn in worden gestuurd, naar
Azazel.
'Num. 21:9: 'Mozes liet een koperen slang maken en
bevestigde die op een staak.
En iedereen die door een slang gebeten was en opkeek
naar de koperen slang, bleef in leven.' 2 Kon. 18:1-5: 'Hizkia, de zoon van
Achaz, werd koning van Juda ( )en sloeg de koperen slang die Mozes gemaakt had aan
stukken. De Israëlieten hadden namelijk nog altijd de gewoonte
voor deze
slang, die Koperslang genoemd werd wierook te branden.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten